Een paar dagen gelden is de zomer begonnen. We staan er niet zo bij stil, maar zo’n dag is eigenlijk heel bijzonder. De hele jaargetijden zijn bijzonder.
Een beetje astronomie is nodig om te snappen hoe de seizoenen “werken”.
Start van de zomer
De zomer begint eigenlijk (bijna) altijd op 21 juni. Slechts een enkele keer begint de zomer een dag eerder en dat heeft te maken met dat een jaar niet precies 365 dagen is. Dat wordt dan eens in de 4 jaar rechtgetrokken met een schrikkeldag. De langste dag dus en dat betekent bijna 17 uur daglicht! Leuk weetje: de daglichtperiode tussen Noord- en Zuid-Nederland scheelt 30 minuten, waarbij geldt hoe noordelijk, hoe langer de daglichtperiode.
Vanaf het begin van de zomer wordt de daglichtperiode iedere dag weer ietsje korter, maar daar merken we voorlopig nog weinig van. Zeker de komende week is dit minder dan een minuut, maar in juli en augustus wordt de daglichtperiode toch al snel korter.
Vanaf vandaag wordt de daglichtperiode iedere dag weer ietsje korter, maar daar merken we voorlopig nog weinig van. Zeker de komende week is dit minder dan een minuut, maar in juli en augustus wordt de daglichtperiode toch al snel korter.
Zonnestand
Gedurende de langste dag staat de zon ook op haar hoogste punt, zoals in onderstaande figuur te zien is. Op de y-as staat het aantal graden dat de zon staat ten opzichte van de aarde. Op de evenaar staat de zon bijvoorbeeld recht boven je hoofd, wat neerkomt op een ‘hoek’ van 90 graden. In december komt de zon dan slechts 15 graden boven de horizon uit. Ook is te zien dat de daglichtperiode zo’n 9 uur verschilt met de kortste dag (21 december) en de langste dag (21 juni).
De seizoenen
Op het moment dat de zomer begint staat de zon loodrecht boven de noordelijke keerkring, ook wel de Kreeftskeerkring genoemd. Richting de winter draait de aarde zodanig dat de zon op de kortste dag loodrecht boven de zuidelijke keerkring (Steenbokskeerkring) komt te staan. Op het moment dat de herfst en de lente begint staat de zon juist loodrecht boven de Evenaar. De dag en nacht zijn dan precies even lang.
In één jaar maakt de zon een beweging rondom de zon en bovendien staat de aarde onder een bepaalde hoek. De zon beschijnt zo iedere keer een ander deel van de aarde, wat dus leidt tot de verschillende seizoenen. In de zomerperiode wordt dus vooral het noordelijk halfrond beschenen. Hierdoor blijft het op de Polen de hele dag licht wat we ook wel kennen als de midzomernachten. Ten slotte draait de aarde zelf ook nog om zijn as, waardoor we dus dag en nacht kennen.
Nog een paar weetjes. De aarde draait met 500 meter per seconde om haar as en draait met 30 kilometer per seconde om de zon.